maandag 5 oktober 2015

Soufriere bay, Saint Lucia

Welkom dollars!


Give us some money...


In de achtergrond een van de machtige Pitons.
You have to pay me, it's my buoy..
Van de noordelijk gelegen Rodney Bay zeilen we naar de baai van Soufrière. Alvorens we die in zicht krijgen worden we reeds opgewacht door local services, ttz een jonge gast die ons een boei zal presenteren, want ankeren mag hier niet. Er zijn officiële boeien van de 'rangers', maar ook andere boeien en het verschil is niet zo duidelijk.
De tendens is gezet, de "services" moeten betaald, we hangen aan een schamele fishermansboei, en weerom betalen:  "Man, this is my buoy", en bij valavond nog maar eens twee jonge kerels die enfin claimen dat dat hun boei is. Ze blijven plakken aan onze romp totdat terug een prijs is betaald. Liegen als het maar geld opbrengt.
Aan wal is het niet veel beter: direct is er 'hulp' om de dinghy vast te maken, betalen dus, en met je witte huid trek je alle mogelijke gieren aan. I'm hungry man, give me money... OK, maar de druppel ging over de emmer. De gegeven dollars waren eerder nodig om rum te betalen.
Voor sommige zeilers werd het teveel en ze stapten naar het politiekantoor, maar of dat veel uithaalt?

Met gidsen raakte ik in discussie, veel jachten zal je zien passeren, maar aan de horizont, want in de pilotbooks of op noonside (zeilerscommentaren) krijgt Soufrière slechte kritiek: ze zijn de kip met de gouden eieren aan het verstikken.
In één van de lokale bars kregen we wat zwarte schoonheden aan de praat. Eén was op zoek naar een American man om met hem te trouwen en alzo een green card te krijgen om in Amerika werk te vinden. Oh, you come from Belgium, not good. Maar achteraf draaide ze toch bij. But can i trust you?
Wij vroegen op de vrouw af wat ze dachten van ons. Oh, white man with a yacht, they have lots of money. En of het mogelijk was een "relatie" met hun te hebben? Friendship, yes, but no sex. En waarom geen sex? Because the dick of the white man is to small.                                                                                                                                                                                                                             Zelfs op het water word je belaagd door kleine gasten die de schooi-stiel al goed in hun bloed hebben.
En hun publiek krijgen ze, af en toe lossen ze een kwantum toeristen op de kaai die zich verloren lopen in de straten, met een dikke portefeuille. Het zijn die dollars die erin zitten die ons interesseren, de rest, blow up.

Op een dag was het aan het stortregenen, bakken water uit de lucht, heel Soufrière werd schoongespoeld, maar je had de rommel moeten zien die de zee instroomde. Het was een drijvend stort in bruin water. So not so good, in conclusion.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten