We noteren:
16 december 2014, take off voor een slordige 900
mijl naar de Kaapverdische eilanden (Sao Vincente, haven van Mindelo). Op www.passageweather.com voorspelt men voor gans de week bestendige noordoostenwind 20 tot 25 knopen
wind. We beuken er alvast met volle geweld in. De genua wordt
uitgeboomd, grootzeil 2 reven erin, cathy ingezet op juiste koers (225°), speed
over ground 7.5 knopen. Tegen de avond sleuren de zeilen de romp tegen een 8
knopen snelheid door het water. Dit is teveel van het goeie, het grootzeil moet
naar beneden en dat wordt opdraaien tegen de wind en zeegang.Genua oprollen, motor
aan, oploeven, grootzeil down, terug op koers alleen met open genua; zo kunnen
we relatief rustig de nacht in.
De volgende dag proberen we de code zero erbij, dit is een halfwinder, oprolbaar en qua oppervlak groter dan de genua. De 2 zeilen staan naast elkaar
open aan het voorstag. Komt er teveel wind dan kan je ze indraaien zonder veel
probleem.
's Nachts schiet het schootblok van de code zero met een knal
los, teveel druk in dat zeil. Opdraaien maar, morgenvroeg gaat het grootzeil er
terug op.
Zo zeilen de dagen voorbij, met een voor- tot ruimewindse
koers. De daggemiddelden zijn tussen de 160 tot 175 mijl. Het schip krijgt zijn
eigenwijze beweging met af en toe een breker die tegen de romp schopt.
De zon vertroebelt in een stofmist en de zichtbaarheid kan
maar enkele mijlen zijn aangezien we ais contact hadden binnen de 3mijl, maar
met het blote oog was niets te zien.
Iedere dag krijgen de zonnepanelen een laag fijnrood stof te
verduren, de woestijn ligt dan ook niet
zo ver weg.
Na 5 dagen, in de late namiddag, moeten we land beginnen
zien. Het duurde tergend lang tegen dat de eilanden zich prijsgaven. Alles werd
omfloerst door een waas woestijnstof.
Het is eerst Sao Antao dat zijn contouren laat zien. Geen
licht te bespeuren, de bergen stralen een soort magnetische kracht uit en het
was magie toen we door het canal de Sao Vincente zeilden. Aan bakboord boeg
twinkelen de lichtjes van Mindelo. De pilot waarschuwt voor binnenvaren 's nachts: er
zijn weinig of geen bakens, en soms geven die geen licht, er liggen niet betonde
wrakken, de baai ligt bezaaid met jachten en visbakken voor anker. De plotter
doet zijn werk, met de nodige omzichtigheid
halen we de steigers, zo gevaarlijk was het nu ook niet.
Logboek: 902 mijl in 5 dagen en een chiklet, niet slecht. We hebben nog tijd om iets te eten, gaan aan wal: this it
is, we zitten in Afrika, warm, zwart, stof, vuil.
We maakten hier de kerst-en nieuwjaarsdagen mee. Nieuwe
zeilers, nieuwe contacten, nieuwe vrienden. Het kaf is hier duidelijk van het
koren. De bestemming van alle jachten is de andere kant van de oceaan, there is
no return.
Wat hier opvalt is de jeugdige leeftijd van de bevolking. 70%
is jonger dan 30. Dat resulteert in schoon volk en ze laten het zien ook. De
vrouwen showen zich in de mooiste kleuren, maar echte toenadering is
moeilijk. Oudejaarsavond was een bom erotisch geweld dat na middernacht met veel
drank en opzwepende muziek losbarste in de hoofdstraat.
Even buiten Mindelo is het desperado. Droge grond, stof, weinig
groen, het regent hier zelden. In het verleden zijn er dan ook slachtoffers
gevallen tengevolge van droogte. Nu gebruikt men ontzilt water, en dat kost
geld. Wij kregen een magneetkaart met daarop een kwantum water, je let dan wel op
tijdens het douchen e.a.
Uitstapjes naar Baia das Gatas en Calhau zijn een
confrontatie met een levende leegte.Hier waan je je in een westernfilm met
Clint Eastwood. Als het busje in een stofwolk wegrijdt valt de verlatenheid over
de gesloten huisjes. Niets moved, alleen de wind zingt hier zijn ruig refrein. Een
man in gescheurde kleren zit tegen een muur, wachtend op het einde, his end
station. Nog een hond over de zandweg, een
plastiekzak die voorbijrolt.
Achter dit decor rolt de oceaan zijn schuimende golven over
het strand. Beter dit dan het grijze loodsenbiotoop in een winterdecor: doodse
leegte.
De meest onvergetelijke ervaring is het naburig eiland Sao
Antao.Wie de Kaapverdische passeert kan hier niet voorbij. Ruige landschappen
met een enorme variatie, groene kraters met zingende vogels, wegen die over
bergkammen liggen en langs beide zijden een diepe afgrond tonen, valleien met
klaterende beken. En dan de oceaan, blauw en zwaar brekend tegen een steile
kustlijn. De mensen hebben een ongekende vriendelijkheid, je hoeft maar te kijken
en ze lachen terug. Maar het is er moeilijk overleven. Er is armoede, en sommige
vragen naar de overschot van een genuttigde maaltijd op restaurant. Hier staan
geen containers waar een plateau eclairs de dump ingaan.
Na Nieuwjaar vertrekken een pak boten, fuel inslaan, touwen
binnenhalen, traag de wind in, grootzeil omhoog, en dan de lange route op.
Begin januari zat het weer niet zo goed, veel wind en zelfs
squalls in de passaatroute. Maar het uitstel duurde niet lang,we moesten ons
voorbereiden op de meer dan 2000 mijl Atlantische oversteek, het kronkelde wel
even in de maag.
No way return.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten