dinsdag 24 februari 2015

We noteren:
16 december 2014, take off voor een slordige 900 mijl naar de Kaapverdische eilanden (Sao Vincente, haven  van Mindelo). Op www.passageweather.com voorspelt men voor gans de week bestendige noordoostenwind 20 tot 25 knopen wind. We beuken er alvast met volle geweld in. De genua wordt uitgeboomd, grootzeil 2 reven erin, cathy ingezet op juiste koers (225°), speed over ground 7.5 knopen. Tegen de avond sleuren de zeilen de romp tegen een 8 knopen snelheid door het water. Dit is teveel van het goeie, het grootzeil moet naar beneden en dat wordt opdraaien tegen de wind en zeegang.Genua oprollen, motor aan, oploeven, grootzeil down, terug op koers alleen met open genua; zo kunnen we relatief  rustig de nacht in.
De volgende dag proberen we de code zero erbij, dit is een halfwinder, oprolbaar en qua oppervlak groter dan de genua. De 2 zeilen staan naast elkaar open aan het voorstag. Komt er teveel wind dan kan je ze indraaien zonder veel probleem.
's Nachts schiet het schootblok van de code zero met een knal los, teveel druk in dat zeil. Opdraaien maar, morgenvroeg gaat het grootzeil er terug op.
Zo zeilen de dagen voorbij, met een voor- tot ruimewindse koers. De daggemiddelden zijn tussen de 160 tot 175 mijl. Het schip krijgt zijn eigenwijze beweging met af en toe een breker die tegen de romp schopt.
De zon vertroebelt in een stofmist en de zichtbaarheid kan maar enkele mijlen zijn aangezien we ais contact hadden binnen de 3mijl, maar met het blote oog was niets te zien.
Iedere dag krijgen de zonnepanelen een laag fijnrood stof te verduren, de woestijn ligt dan ook niet zo ver weg.

Na 5 dagen, in de late namiddag, moeten we land beginnen zien. Het duurde tergend lang tegen dat de eilanden zich prijsgaven. Alles werd omfloerst door een waas woestijnstof.
Het is eerst Sao Antao dat zijn contouren laat zien. Geen licht te bespeuren, de bergen stralen een soort magnetische kracht uit en het was magie toen we door het canal de Sao Vincente zeilden. Aan bakboord boeg twinkelen de lichtjes van Mindelo. De pilot waarschuwt voor binnenvaren 's nachts: er zijn weinig of geen bakens, en soms geven die geen licht, er liggen niet betonde wrakken, de baai ligt bezaaid met jachten en visbakken voor anker. De plotter doet zijn werk, met de nodige omzichtigheid  halen we de steigers, zo gevaarlijk was het nu ook niet.

Logboek: 902 mijl in 5 dagen en een chiklet, niet slecht. We hebben nog tijd om iets te eten, gaan aan wal: this it is, we zitten in Afrika, warm, zwart, stof, vuil.

We maakten hier de kerst-en nieuwjaarsdagen mee. Nieuwe zeilers, nieuwe contacten, nieuwe vrienden. Het kaf is hier duidelijk van het koren. De bestemming van alle jachten is de andere kant van de oceaan, there is no return.
Wat hier opvalt is de jeugdige leeftijd van de bevolking. 70% is jonger dan 30. Dat resulteert in schoon volk en ze laten het zien ook. De vrouwen showen zich in de mooiste kleuren, maar echte toenadering is moeilijk. Oudejaarsavond was een bom erotisch geweld dat na middernacht met veel drank en opzwepende muziek losbarste in de hoofdstraat.
Even buiten Mindelo is het desperado. Droge grond, stof, weinig groen, het regent hier zelden. In het verleden zijn er dan ook slachtoffers gevallen tengevolge van droogte. Nu gebruikt men ontzilt water, en dat kost geld. Wij kregen een magneetkaart met daarop een kwantum water, je let dan wel op tijdens het douchen e.a.
Uitstapjes naar Baia das Gatas en Calhau zijn een confrontatie met een levende leegte.Hier waan je je in een westernfilm met Clint Eastwood. Als het busje in een stofwolk wegrijdt valt de verlatenheid over de gesloten huisjes. Niets moved, alleen de wind zingt hier zijn ruig refrein. Een man in gescheurde kleren zit tegen een muur, wachtend op het einde, his end station. Nog een hond  over de zandweg, een plastiekzak die voorbijrolt.
Achter dit decor rolt de oceaan zijn schuimende golven over het strand. Beter dit dan het grijze loodsenbiotoop in een winterdecor: doodse leegte.
De meest onvergetelijke ervaring is het naburig eiland Sao Antao.Wie de Kaapverdische passeert kan hier niet voorbij. Ruige landschappen met een enorme variatie, groene kraters met zingende vogels, wegen die over bergkammen liggen en langs beide zijden een diepe afgrond tonen, valleien met klaterende beken. En dan de oceaan, blauw en zwaar brekend tegen een steile kustlijn. De mensen hebben een ongekende vriendelijkheid, je hoeft maar te kijken en ze lachen terug. Maar het is er moeilijk overleven. Er is armoede, en sommige vragen naar de overschot van een genuttigde maaltijd op restaurant. Hier staan geen containers waar een plateau eclairs de dump ingaan.

Na Nieuwjaar vertrekken een pak boten, fuel inslaan, touwen binnenhalen, traag de wind in, grootzeil omhoog, en dan de lange route op.
Begin januari zat het weer niet zo goed, veel wind en zelfs squalls in de passaatroute. Maar het uitstel duurde niet lang,we moesten ons voorbereiden op de meer dan 2000 mijl Atlantische oversteek, het kronkelde wel even in de maag.
No way return.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten