Een zwaar stuk zeilen was tussen Vilamoura (Portugal) en
Mohammedia (Marokko). Eenmaal een paar mijl de kust uit en de Atlantische deining
zwelgt ons op. Met de zuidelijke wind die er stond de voorbije dagen ontstaan
er kruiszeeën die hoog oplopen.
Meestal zijn we na een tijdje aan de wal gebleven te zijn
licht ongemakkelijk, maar deze keer bleef het maar duren, op de rand van
zeeziekte af.
Grijze lucht, Cub wolken, regenbuien, windstoten tot
7bf, cargotraffic van en naar de straat van Gibraltar, ... brekers binnen in de
kuip, reven: erin, eruit, soms eens alle reven erin, de genua die tegen zijn neuten
krijgt, de mast die trilt... op bepaald moment denk je met wat ben ik in godsnaam
begonnen.
Het is je hoofd erbij houden, al is het tegen de zin maar je
moet eten en drinken om niet in een “darn” fase te geraken.
Eén ding: het schip loopt, de koers is bezeilbaar, en we naderen enfin doel. Weerom bij nacht draaien we langs de lange havenmuur binnen, we passeren kleine vissersbootjes met als navigatieverlichting ronddraaiende ledlampjes in roze en blauw, welkom in Marokko……
Eén ding: het schip loopt, de koers is bezeilbaar, en we naderen enfin doel. Weerom bij nacht draaien we langs de lange havenmuur binnen, we passeren kleine vissersbootjes met als navigatieverlichting ronddraaiende ledlampjes in roze en blauw, welkom in Marokko……
Het is wat zoeken naar de marina, het is kijken naar waar de masten ergens uitsteken. Een zeilboot vaart buiten, er wordt heen en weer geroepen, een hoop jachten deinen als een klomp wrakken bij elkaar. Een stem roept: "C’est quoi votre
tirant d’eau?" "Deux metres." "Pas de place pour vous."
Na 220 mijl, compleet op, buitenvliegen. Naar Casablanca? Niet mogelijk, de haven is voor jachten gesloten. Waarheen dan? "Derriere le feu rouge." OK, voor anker dan maar net achter de kleine havenmuur. Er ligt nog een jacht en dat stemt wat geruster.
Na 220 mijl, compleet op, buitenvliegen. Naar Casablanca? Niet mogelijk, de haven is voor jachten gesloten. Waarheen dan? "Derriere le feu rouge." OK, voor anker dan maar net achter de kleine havenmuur. Er ligt nog een jacht en dat stemt wat geruster.
Het punt is dat de weersomstandigheden slecht gaan worden. De
volgende morgen proberen we de dinghy op te blazen maar er zat duidelijk een
gat in de romp, je zag de luchtbellen als
spa reine mineraalwater vanonder de waterlijn komen.
Project aan wal gaan
wordt afgeblazen, de bijboot moet gerepareerd, dat zal nog een dagje duren.
We zijn dus niet aan wal geraakt, geen Marokkaanse aarde
onder ons voeten gevoeld.
De dagen daarop zien we de swell achter de grote buitenmuur
binnenlopen: bergen watermassa die zich iets verder tegen de wal gooien in een
mist van zoutnevel.
Juist wanneer je
denkt dat niemand zal buitenvaren, toch één gekend jachtje dat het zeegat zoekt, hun
verhaal horen we later.
Spannend!
BeantwoordenVerwijderen