Dus Mohammedia niet gezien, alleen een beeld vanachter de
ankerlijn: strand, moskees, palmbomen. De wind zou terug naar noord draaien, dan toch
voor enkele dagen. Eerst boeren we de haven uit, er staat nog een ontzettend
bangelijke deining en met wat 'vertrekkersangst' varen we de waterbergen over. Er
staat niks wind, dus tegen een kleine 5 knopen motort de schroef ons door vuil
water.
Casablanca doemt op, in een grijze waas van industriesmoke
prijken de westers aandoende buildings, achter de grote moskee aan de haveningang. Alsof men wil zeggen: ok chaps, wij zijn ook een
wereldmacht. De zee ligt vol met alle soorten cargo- en tankschepen voor
anker. Heel deze stalen massa deint op de cadans van de lange hoge golven. Nog
steeds geen wind, Casablanca blijft te lang in zicht.
De windgenerator begint lichtjes te draaien, kleine rimpeling
op het water, zou de noordooster 5bf er dan toch zin in krijgen? Het landschap van de kust kleurt roodbruin, we naderen meer en meer de droge
breedtegraden (33° noord). Cabo Beddouzo rond, de wind zet een tandje bij, de koers
is voor de wind, genua uitbomen, grootzeil open, en als de haven Safi dwars ligt
aan bakboord loopt het schip 7 knopen.
Het wordt donker,er staat een vette 5bf, Pacific Wave boort
zich als een torpedo door de nacht. Het voorbijvliegend schuim langs de
boordlichten verraad snelheid. En daar heb je het, in de buurt van Essaouira is
de zee volgeprint met lichtjes van vissersboten. Met een uitgeboomde genua heb je al niet teveel
bewegingsruimte, dat wordt bijna Russische roulette.
Geen van deze boten heeft ais, het wordt adrenalinespannend
om door dit konvooi te zeilen. Dan toch ais alarm! Een cargo zit recht op
collisioncourse, zijn toplichten staan recht in lijn op ons gericht. VHF aan: "cargovessel this sailing boat pacific wave, do you receive me?" Geen
antwoord, nog een paar keer geprobeerd, radio silence. Dan maar de flashlamp
aan. Op het grootzeil sein ik: lang kort kort (dwz ik stuur met moeilijkheden). De
twee toplichten verdraaien en de cargo passeert op nog geen mijl aan bakboord.
Essaouira zijn we maar voorbijgevaren, hopelijk houdt de wind
aan tot Agadir. De nacht door, geen vissers meer, het daagt in het oosten, de wind
is uitstekend, en dan komt die mooie ronde zon op, de spoken van de voorbije uren
verdwijnen.
Maar de wind valt als een baksteen, binnen enkele minuten is
het grand petol en het schip ligt surplace. De vloeken stromen uit mijn
binnenste ik, mijn zus zal het gehoord hebben.
Motor aan, 't zal wel moeten, nog 30 mijl tot Agadir.
De laatste 10 mijl schuiven we dan toch nog onder zeil door
rustig water, maar wel met veel rommel erin. Plastiekzakken, condooms, stukken
touw. Hoe dichter bij de haveningang, hoe intenser het drijvend stort wordt. Ook
de gevaarlijke fuiklijnen, deze keer zijn het petflessen met een touwtje
eraan, opletten voor de schroef dus.
Enfin, Agadir in, algauw zie je hulpvaardige havenboys je een
plaats toewijzen. Soyez les bienvenues en Maroc, daar zal dus al een fooi
aanplakken. Er liggen gekende jachten, dat ziet er niet slecht uit. We hijsen de q
vlag, de autoriteiten mogen komen.
Als je eens een echte poppenkast in uniform wilt zien, dan
moet je hier zijn (duidelijke inspiratiebron voor Ensor). Drie geüniformeerde
mannen komen zonder pardon de boot binnen en nestelen zich rond de
kajuittafel. Een exposé van machtsvertoon, vragen als: heb je boeken aan
boord, e.a. De antwoorden worden op een vodje papier geschreven om dan later in
de pc te brengen.
Je boordpapieren
houden ze bij, no escape mogelijk. Het spelletje van wij hebben nu de
macht over u is begonnen. Een reeks stempels en nog wat papperassen maken er een
administratieve jungle van. En ook, de kleren maken de man, hoe lager het
voorhoofd, hoe lager ’t verstand (vanwaar herken ik dit?)
De jachthaven doet zijn best om aan westerse glamour te
likken. Dure winkels rondom de bassin, hetzelfde beeld als Vilamoura, maar deze
keer met volk op de kaai.
De havenmeester heeft Franse roots in het bloed; hij beaamt de
nautische onkunde van de ontwerpers van de jachthaven. Komt een zuiderstorm
opzetten dan wordt nagenoeg het hele botenpark versleept naar de
vissershaven. De golfresonantie is zo sterk dat heel het boeltje kapotslaat.De
laatste winter zijn alle pontons losgeslagen, alles hangt nu provisoir met
touwen aan elkaar.
De sleutel van de douches ligt in een bloembak, beware om in
het donker binnen te gaan. Geen licht, praktisch alle deuren hangen uit hun
scharnieren, de douchekoppen sproeien naar alle kanten. Niet erg als de compagnie
een paar frisse vrouwen zijn en je in dit biotoop er een mooie conversatie aan
overhoudt.
Agadir was een gezellige bedoening, op hetzelfde ponton
liggen alle doortrekkers en zo maak je weer nieuwe contacten. Nog een paar dagen
het binnenland in, naar Marrakech en het als werelderfgoed geklasseerde Essaouira. Bij terugkomst goot
het water uit de hemel. Sommige wegen waren compleet overspoeld.
Ik had reeds op voorhand de douaneformulieren laten in orde
brengen, normaal gezien was het dit
papier laten zien aan de politie en je zou direct je vlaggenbrief terugkrijgen. Verkeerd
gedacht:de man was zich aan het scheren en ik had hem duidelijk in dit ritueel
gestoord. Neen, alle papieren worden op
hetzelfde moment uitgereikt. Wachten dus, de wind zit goed voor de oversteek naar
de Canarische eilanden. Als we vandaag niet vertrekken dan wordt dat weer een
week wachten, want een nieuwe diepe depressie ligt op de loer.
Enfin,iets na de middag parkeert het fiatje van monsieur
voor het kantoor, eerst de tijd nemend om
een plateau couscous te verorberen, en dan met grote geste de desbetreffende
vlaggenbrieven uit te delen (waar heb ik dat nog gezien???).
Het was als een zeilrace, iedereen die op hetzelfde moment
vertrekt, de één naar zuidelijke eilanden,wij westwaarts. De eerste vaste passaatwind, noordoost 4bf, samen met een
ander jacht “Simmertime” voeren we richting La Graciosa.
De 212 mijl tot ginder bleven we, zonder erom te doen, niet verder dan 1.5
mijl van elkaar verwijderd: pure magie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten