Sonja,
Ze boorde met haar ogen door mijn geoxideerde ziel,
zonnebundels die door een inversielaag scheuren,
de bedauwde grond loste zijn thermiekbellen,
en in een turbulent liftend spel cirkelden we om elkaar
heen,
als een stel buizerds opstijgend uit een dal.
Het zicht te mooi, de lucht te ijl,
Ze lichte het anker voor ik het wist,
In haar kielzog nalatend:
Bon voyage,
en een ongrijpbare leegte.
Mooi..
BeantwoordenVerwijderen