We liggen te rollen achter de ankerlijn in St.Georges
buitenhaven (Grenada). We zouden al verder noordwaarts moeten zitten, maar de
passaat vertoont een knik die teveel tegen zit. Wachten dus.
Na 5 weken Charlotteville werd
het tijd om het anker te lichten. De combinate van ongerept strand, jungle, real
sailors (geen charters), reef, charmant kleinschalig stadje met vriendelijke
mensen, de vissers als de kings in town met hun specifieke
bootnamen: "tjoe", "eastern star", "baby lu", "electra", "dash", "deadly catch", "lion", "glory
morning", "expect'd'unexpected"... Ze vissen meestal met lijnen achter hun boot, en
halen er o.a. grote dorades, kingfish, tonijn mee naar boven. De gevangen vis gaat naar
een 'vismijn', een afdakje boven een tafel, waar de vissers hun vis kuisen en direct verkopen aan een wachtend publiek.
Wat Café Sport is voor de Azoren, is Jaba’s Café voor
Charlotteville. Hier komen de zeilers hun frisse “stag” of “carib” pint
drinken, samen met toeristen en dan wordt er soms spontaan een barbecue
georganiseerd op Piratesbeach, of een muziekavondje jazz...
Er zijn plannen om hier een marina te construeren: na
Barbados is dit hier de dichtstbijzijnde beschutte baai na een Atlantische
oversteek, en ze ligt buiten de hurricane-sector.
Wat wil je na enkele weken op zee? Een steiger om je boot
vast te leggen, vers zoet water, elektriciteit, een douche, gemakkelijk
inklaren, laundry, en vers voedsel.
Maar de plaatselijke bevolking is niet zo happig op
verandering. Laat de rust zoals die er is.
De trip naar Grenada is zo’n 80 mijl, dat is dus 's avonds
vertrekken om bij zonsopgang toe te komen. Het was alweer een tijdje geleden dat
het schip had gevaren, we werden al snel verzwolgen in de opschietende swell
buiten de baai. Uit de meewaaiende cloudtowers dendert het dan nog eens
beauforts en regenbuien: back to the ocean.
Dan maar 3 reven in het grootzeil, genua voor éénderde
dicht. Er zit een volle maan die glinstert op de aanschuimende golven. Zeeziekte
liet ook nog van zich horen. De koers is half tot ruim, cathy deed weerom haar
werk tot voor Pricly bay waar we inklaarden bij immigration. We hadden 2
opstappers en die moesten nog een bewijs hebben dat ze Grenada zouden verlaten
zonder mijn schip. Papieren dus...
Ik heb te lang naar de mooie foto's in de pilotboek gekeken. Pricly bay komt over als een afstandelijke drijvende infocamping, de haagjes rond de boten ontbreken nog. Ik kreeg dan nog enkele dagen koorts. Wegwezen dus, naar de stad St. Georges.
Ik heb te lang naar de mooie foto's in de pilotboek gekeken. Pricly bay komt over als een afstandelijke drijvende infocamping, de haagjes rond de boten ontbreken nog. Ik kreeg dan nog enkele dagen koorts. Wegwezen dus, naar de stad St. Georges.
De enige vrije plaatsen waren in St. Louis marina, tussen mega
jachten, de scheepskasgrafiek toonde een tijdelijke dip.
Inkopen doen, loundry... om dan 30 mijl verder het eiland
Carriacou aan te doen. Twee keer capituleren. Duizenden mijlen gevaren en dan niet
door de luttele 30 mijl geraken, tegenwind van 25 knopen en daar boks ik niet
tegen op. We gingen nog een nachtje voor anker in Halifax harbour. Een vergeten
baai met wat scheepswrakken.
En nu ten anker terug in St. Georges. Levendige stad met koloniaal
verleden.
See you chaps,over
and out
Geen opmerkingen:
Een reactie posten