zaterdag 14 maart 2015

Charlotteville tot Grenada

We liggen te rollen achter de ankerlijn in St.Georges buitenhaven (Grenada). We zouden al verder noordwaarts moeten zitten, maar de passaat vertoont een knik die teveel tegen zit. Wachten dus.                                                                                                                 
Na 5 weken  Charlotteville werd het tijd om het anker te lichten. De combinate van ongerept strand, jungle, real sailors (geen charters), reef, charmant kleinschalig stadje met vriendelijke mensen, de vissers als de kings in town met hun specifieke bootnamen: "tjoe", "eastern star", "baby lu", "electra", "dash", "deadly catch", "lion", "glory morning", "expect'd'unexpected"... Ze vissen meestal met lijnen achter hun boot, en halen er o.a. grote dorades, kingfish, tonijn mee naar boven. De gevangen vis gaat naar een 'vismijn', een afdakje boven een tafel, waar de vissers hun vis kuisen en direct verkopen aan een wachtend publiek.
Wat Café Sport is voor de Azoren, is Jaba’s Café voor Charlotteville. Hier komen de zeilers hun frisse “stag” of “carib” pint drinken, samen met toeristen en dan wordt er soms spontaan een barbecue georganiseerd op Piratesbeach, of een muziekavondje jazz...
Er zijn plannen om hier een marina te construeren: na Barbados is dit hier de dichtstbijzijnde beschutte baai na een Atlantische oversteek, en ze ligt buiten de hurricane-sector.
Wat wil je na enkele weken op zee? Een steiger om je boot vast te leggen, vers zoet water, elektriciteit, een douche, gemakkelijk inklaren, laundry, en vers voedsel.
Maar de plaatselijke bevolking is niet zo happig op verandering. Laat de rust zoals die er is.

De trip naar Grenada is zo’n 80 mijl, dat is dus 's avonds vertrekken om bij zonsopgang toe te komen. Het was alweer een tijdje geleden dat het schip had gevaren, we werden al snel verzwolgen in de opschietende swell buiten de baai. Uit de meewaaiende cloudtowers dendert het dan nog eens beauforts en regenbuien: back to the ocean.
Dan maar 3 reven in het grootzeil, genua voor éénderde dicht. Er zit een volle maan die glinstert op de aanschuimende golven. Zeeziekte liet ook nog van zich horen. De koers is half tot ruim, cathy deed weerom haar werk tot voor Pricly bay waar we inklaarden bij immigration. We hadden 2 opstappers en die moesten nog een bewijs hebben dat ze Grenada zouden verlaten zonder mijn schip. Papieren dus...

Ik heb te lang naar de mooie foto's in de pilotboek gekeken. Pricly bay komt over als een afstandelijke drijvende infocamping, de haagjes rond de boten ontbreken nog. Ik kreeg dan nog enkele dagen koorts. Wegwezen dus, naar de stad St. Georges.
De enige vrije plaatsen waren in St. Louis marina, tussen mega jachten, de scheepskasgrafiek toonde een tijdelijke dip.
Inkopen doen, loundry... om dan 30 mijl verder het eiland Carriacou aan te doen. Twee keer capituleren. Duizenden mijlen gevaren en dan niet door de luttele 30 mijl geraken, tegenwind van 25 knopen en daar boks ik niet tegen op. We gingen nog een nachtje voor anker in Halifax harbour. Een vergeten baai met wat scheepswrakken.

En nu ten anker terug in St. Georges. Levendige stad met koloniaal verleden.

See you chaps,over and out


Geen opmerkingen:

Een reactie posten